Numfor dictionary

FormGlosses ↓POSLinks
faya

to say / vertellen, vertelling

kòfeïn

to say / zeggen

kòfèn

to say / zeggen

rār

to scratch / krabben

màm

to see / zien

sàpsip

to sew / naaien

kfo

to shoot (with an arrow) / schieten met pijlen

keïn

to sit / zitten; blijven

enĕf

to sleep / slapen

ās

to smoke (of a fire) / rooken (van vuur)

nàsĕm

to sniff, smell / ruiken

aninèf

to spit / spuwen; speeksel

mef

to split / in de lengte breken, splijten

kabas

to split / splijten

kès

to split / splijten, verdeelen

òmĕs

to squeeze / reinigen van vruchten, zoodat 't bruikbare alleen overblijft; uitpersen

kuk

to stab, pierce / steken

orĕs

to stand / staan

karau

to steal / stelen

kĕrau

to steal / stelen

krau

to steal / stelen

kur

to string (as beads) / rijgen

syòsĕf

to suck / uitzuigen; zuigen, z.a. een kind de borst

sum

to suck, kiss / zuigen, kussen

biar

to swell / gezwollen, zuchtig van lichaamsdeelen

ās

to swim / zwemmen

swār

to think / denken

so

to throw / werpen

yabĕk

to tie up, fasten / stevig binden, gelijk men gevangenen bindt

kabĕr

to turn / omdraaien, omkeeren, uitwringen (van kleederen)

kawĕr

to turn / omdraaien, omkeeren, uitwringen (van kleederen)

awu

to vomit / braken

kanĕs

to weep, cry; howl / weenen; huilen

fararur

to work / werken; arbeid

fas

to write / schrijven, teekenen, schilderen van figuren, e.d.

kàprendi

tongue / tong

kàprer

tongue / tong

na

tooth / tand

ma

toward the speaker / geeft de richting naar den spreker aan

insèk

tree sp. (Sloetia Minahassae)

adi

tree sp.; outrigger (made from this tree) / zeer lichte houtsoort; uitlegger, vlerk van de prauw, om…

kubur

triton/conch shell

kubur kàndeïpapu

triton/conch variety (small and thorned)

imburnòs

tuna sp.

duï

two / twee

urĕk

vein, vessel / ader, slagader

ramĕn

very deep / zeer diep

mènu

village / dorp

mĕnu

village / dorp

nàpnapĕr

vine sp. (Hydrophytum montanum) / plant, die zich hecht aan boomen; bestaande uit een knolachtig g…

bān

wake up from sleeping; set something upright, as a mast or a house; lifting of the hand, as in salut…

wān

wallaby / kangoeroe

sàm

warm / warm

ban

wash with water (body and objects, not clothes) / opheffen van de hand, z.a. bij 't salueeren

mniwĕr

wasp

samaràka

watermelon

ko

we (excl.) / wij (de aangesprokene inbegrepen)

nggo

we (excl.) / wij (exclusief de aangesproken persoon)

barĕk

west / 't Westen

wām-barek

west wind, west monsoon / westenwind, westmoesson

dimèk

wet / nat

ròseï

what? / wat?

mòbò

where? / waar?

yās

whet, sharpen / wetten, slijpen

piòpĕr

white / wit

piupĕr

white / wit

ās (ayes)

white ant

mangu

white pigeon (Myristicivora spillorhoa)

kayĕn

white sand / wit zand

yèn

white sandy beach / wit zandstrand

iseï

who? / wie?

(syàr)bàm

wide / breed

kabòm

widow

mànsiani

widower

painàm

wild banana sp.

wām

wind / wind

untung

windfall, piece of good luck / winst, meevallertje

wàprer

wing / vleugel

baï

woman, wife / vrouw, wanneer ze met eenige onderscheiding aangesprokken wordt

bin

woman; female / vrouw; vrouwelijk

a(i)

wood; tree / hout; boom

kadio-boi

woordt in klaagzangen voor waimòn `duif'

arsyawèk

worm (earthworm) / worm

mabab

yawn; in general, open the mouth / geeuwen; in 't algemeen den mond openen

mawab

yawn; in general, open the mouth / geeuwen; in 't algemeen den mond openen

naniar

yellow / geel

mambĕfor

yellow bird of paradise

paisĕm

zwaart

688 lexical entries found
  1. Pageof 7
  2. Results per page: