Numfor dictionary

Form ↑GlossesPOSLinks
inandàfĕn

fish sp. said to cause stomach pain

inana

flying fish

ina

M (obsolescent term) / 't Oude, nu minder gebruikte woord voor moeder (thans nāni)

in

fish / visch

imburwòs

fish sp.

imburnòs

tuna sp.

imbrir

fish sp.

imboba

fish sp. (perch, bass)

imbĕyòpĕr

mackerel sp. / tenggiri

imbĕris

small shellfish sp. found in the sand

imbawe

fish sp. with bulging eyes

ikàk

snake / slang

if

peeling or-bark of fruit or tree / schuil of bast van vrucht en boom

i

he/she

f-ukĕn

ask / vragen

f-rār

run, run away, flee / hard loopen; vlutchen

fra

harpoon used for spearing turtles

for

fire / vuur

fònès

ivory; ivory armband / ivoor, in 't bijzonder de ivoren armbanden, ook de imitatie armbanden van bee…

fòki-fòki

eggplant

fiòs

narrow / nauw

fiòrèm

bamboo sp.

fik

seven / zeven

fiàk

four / vier

faya

to say / vertellen, vertelling

fau

to know, be knowledgeable / weten, kennen

fas

to write / schrijven, teekenen, schilderen van figuren, e.d.

fas

rice (in general) / rijst, zoowel gekookt als ongekookt, gebolsterd als ongebolsterd

fàrkia timòr

cassava / cassave

fàrkia

sweet potato / aardvrucht

fararur

to work / werken; arbeid

fanàm

near / dichtbij

fàmbrum

dirty / vuil, vies, smerig van huizen en wegen

fakĕr

foundation of stones, wood, etc. / onderlaag van steenen, houten, e.d.; fundament

(fa)fnap

to cook / koken (trans.), als er bij gezegd wordt wat men kookt

fa

sheath of a palm blossom / scheede van de bloesem der palmen

èr

to dig / uittrekken met den wortel, z.a. pisangspruiten; uitgraven

enĕf

to sleep / slapen

èbĕn

pandanus sp. (large leaves, used for fishing)

èbĕk

bamboo sp. used to make roof supports

duï

two / twee

duf

painful, sick / pijn hebben, ziek zijn

dòsun

saltwater eel

dòkĕn

lake / vijver, eig. plaatselijke verwijding van een rivier

do

in, inside / in, binnen

dip

dull, blunt / stomp

dimèk

wet / nat

byèf surup

banana sp.

byèf

banana

bye

good / goed

buro

that / dat

bur

leave, depart, vacate, forsake a place / vertrekken; heengaan

buk

marry / huwen

bringa

pigeon sp. / goudduif, Nicobaren-duif / burung mas

brawĕn

gold / goud

bòs

tie together, as the hair; bundle, bunch / samenbinden, z.a. 't haar; bundel, bos

boròngo

shellfish sp. from which armbands are made / bia susu

borĕs

to paddle, row in native fashion (with scooping motion) / pagaaien, 't roeien op inlandsche manier

borĕs

paddle, oar / pagaai, roeispaan

bòrawàn

fish sp.

bor

spread out, as a cloth over a table / uitspreiden, z.a. een kleed over een tafel

bòpi

father's sister

boma

if / indien

bòku

fish sp. (Chilinus fasciatus)

bòkir

bamboo sp. (medium thickness)

bo

above / boven, op

bisĕr

hungry / hongerig zijn

bis

sick; illness, particularly fever / ziekte, ziek, in 't bijzonder koorts

binkwaïm

far / ver

binga

pigeon sp. / goudduif, Nicobaren-duif / burung mas

bin

woman; female / vrouw; vrouwelijk

biar

to swell / gezwollen, zuchtig van lichaamsdeelen

berĕn

areca catechu

be

shell

be

to / aan, naar

be

nail

bati

pumpkin, gourd / pompoen, kalebas

bati

friend

bās

to open, uncover / openen

bàroàf

bamboo sp.

bàriàm

sago palm; sago flour / sagopalm; rauw sagomeel

bàrĕn

stir into food / in 't eten roeren

barĕk

west / 't Westen

barĕk

to lie down / liggen

bàrbòr

bad, evil / slecht, gemeen, wreed

barababa

fish sp., off-white with brown spots

bàr

thing

ban

wash with water (body and objects, not clothes) / opheffen van de hand, z.a. bij 't salueeren

bàn

father or mother of son-in-law or daughter-in-law / vader of moeder van schoonzoon of -dochter

bān

wake up from sleeping; set something upright, as a mast or a house; lifting of the hand, as in salut…

bakĕn

pull up with brute force, as a stone without using tools / met kracht uithalen, z.a. van 'n steen, z…

bainami

banana sp.

baï

woman, wife / vrouw, wanneer ze met eenige onderscheiding aangesprokken wordt

babo

new / nieuw

babni

below, under / beneden, onder

babĕr

naked

baba

small / niet groot, klein

bàb

ray (fish)

ba

no, not

ba

to dig / in den grond graven (zoowel met de hand als met werktuigen)

688 lexical entries found
  1. Pageof 7
  2. Results per page: