Numfor dictionary

Form ↓GlossesPOSLinks
bān

wake up from sleeping; set something upright, as a mast or a house; lifting of the hand, as in salut…

bàr

thing

barababa

fish sp., off-white with brown spots

bàrbòr

bad, evil / slecht, gemeen, wreed

barĕk

to lie down / liggen

barĕk

west / 't Westen

bàrĕn

stir into food / in 't eten roeren

bàriàm

sago palm; sago flour / sagopalm; rauw sagomeel

bàroàf

bamboo sp.

bās

to open, uncover / openen

bati

pumpkin, gourd / pompoen, kalebas

bati

friend

be

to / aan, naar

be

shell

be

nail

berĕn

areca catechu

biar

to swell / gezwollen, zuchtig van lichaamsdeelen

bin

woman; female / vrouw; vrouwelijk

binga

pigeon sp. / goudduif, Nicobaren-duif / burung mas

binkwaïm

far / ver

bis

sick; illness, particularly fever / ziekte, ziek, in 't bijzonder koorts

bisĕr

hungry / hongerig zijn

bo

above / boven, op

bòkir

bamboo sp. (medium thickness)

bòku

fish sp. (Chilinus fasciatus)

boma

if / indien

bòpi

father's sister

bor

spread out, as a cloth over a table / uitspreiden, z.a. een kleed over een tafel

bòrawàn

fish sp.

borĕs

paddle, oar / pagaai, roeispaan

borĕs

to paddle, row in native fashion (with scooping motion) / pagaaien, 't roeien op inlandsche manier

boròngo

shellfish sp. from which armbands are made / bia susu

bòs

tie together, as the hair; bundle, bunch / samenbinden, z.a. 't haar; bundel, bos

brawĕn

gold / goud

bringa

pigeon sp. / goudduif, Nicobaren-duif / burung mas

buk

marry / huwen

bur

leave, depart, vacate, forsake a place / vertrekken; heengaan

buro

that / dat

bye

good / goed

byèf

banana

byèf surup

banana sp.

dimèk

wet / nat

dip

dull, blunt / stomp

do

in, inside / in, binnen

dòkĕn

lake / vijver, eig. plaatselijke verwijding van een rivier

dòsun

saltwater eel

duf

painful, sick / pijn hebben, ziek zijn

duï

two / twee

èbĕk

bamboo sp. used to make roof supports

èbĕn

pandanus sp. (large leaves, used for fishing)

enĕf

to sleep / slapen

èr

to dig / uittrekken met den wortel, z.a. pisangspruiten; uitgraven

fa

sheath of a palm blossom / scheede van de bloesem der palmen

(fa)fnap

to cook / koken (trans.), als er bij gezegd wordt wat men kookt

fakĕr

foundation of stones, wood, etc. / onderlaag van steenen, houten, e.d.; fundament

fàmbrum

dirty / vuil, vies, smerig van huizen en wegen

fanàm

near / dichtbij

fararur

to work / werken; arbeid

fàrkia

sweet potato / aardvrucht

fàrkia timòr

cassava / cassave

fas

to write / schrijven, teekenen, schilderen van figuren, e.d.

fas

rice (in general) / rijst, zoowel gekookt als ongekookt, gebolsterd als ongebolsterd

fau

to know, be knowledgeable / weten, kennen

faya

to say / vertellen, vertelling

fiàk

four / vier

fik

seven / zeven

fiòrèm

bamboo sp.

fiòs

narrow / nauw

fòki-fòki

eggplant

fònès

ivory; ivory armband / ivoor, in 't bijzonder de ivoren armbanden, ook de imitatie armbanden van bee…

for

fire / vuur

fra

harpoon used for spearing turtles

f-rār

run, run away, flee / hard loopen; vlutchen

f-ukĕn

ask / vragen

i

he/she

if

peeling or-bark of fruit or tree / schuil of bast van vrucht en boom

ikàk

snake / slang

imbawe

fish sp. with bulging eyes

imbĕris

small shellfish sp. found in the sand

imbĕyòpĕr

mackerel sp. / tenggiri

imboba

fish sp. (perch, bass)

imbrir

fish sp.

imburnòs

tuna sp.

imburwòs

fish sp.

in

fish / visch

ina

M (obsolescent term) / 't Oude, nu minder gebruikte woord voor moeder (thans nāni)

inana

flying fish

inandàfĕn

fish sp. said to cause stomach pain

inàngowĕr

fish sp. (black with orange mouth and orange barbs)

inàp

fish sp. (snakehead)

inàr

shellfish sp.

inàrmàn

fish sp. (herring)

inàs

fish sp. (mullet, found in rivers and brackish water)

inbawa

fish sp.

inbĕkubmawòn

fish sp.

inbĕnaï

fish sp.

inbĕnòbĕr

fish sp. (inferior)

inbĕpaisĕm

fish sp. (inferior)

inbĕpapĕr

fish sp. (light red) / ikan kakap

inbĕperĕm

fish sp. (Aeoliscus strigatus) / ikan piso

688 lexical entries found
  1. Pageof 7
  2. Results per page: